Vanaf november staan de strooiploegen klaar om de wegen en fietspaden berijdbaar te houden.
Strooiplan
Deze strooiroutes houden rekening met de functie van de weg en de woondichtheid. Zo is het de bedoeling dat bijna niemand meer dan een kilometer moet rijden om tot op een sneeuwvrije weg te geraken.
Eerst worden de grote verkeersassen aangepakt. Pas als de straten van de hoofdroute (bv. Dorpsstraat, Brugstraat, …) in goede staat verkeren, wordt begonnen met de nevenroute (bv. Oudestraat, Merlanstraat,…). In doodlopende straten wordt niet gestrooid, want strooizout werkt pas effectief als er voldoende passage is. De fietspaden worden apart aangepakt, ook volgens een vooraf bepaald strooiplan. Hiervoor rijden twee strooiwagens uit.
De Vlaamse overheid zorgt dan weer voor de gewestwegen zoals de E34, de N403 en de parallelwegen.
Wil je weten wanneer jouw straat of buurt aan de beurt is? Je vindt het in het bijgevoegde strooiprogramma.
Ga je zelf aan de slag?
Haal op tijd zout in huis. Als het sneeuwt, is strooizout vaak moeilijk te verkrijgen. Strooizout kan je niet kopen bij de gemeente. Daarvoor kan je tijdens de wintermaanden terecht bij de meeste supermarkten en doe-het-zelfzaken. Denk ook aan het milieu en strooi niet meer zout dan nodig.
Verplichtingen voor inwoners bij sneeuw en vorst
- Bij vriesweer mag je geen water gieten (of laten lopen) op de openbare weg.
- Gooi geen sneeuw of ijs, afkomstig van privé-eigendommen, op de weg.
- Veeg bij sneeuw en ijzel je voetpad schoon, zodat voldoende ruimte ontstaat voor voetgangers. Hoop de sneeuw op aan de rand van het voetpad (en dus niet op de rijbaan) zonder de weggebruikers te hinderen. Hou rioolmonden en -goten vrij.
- Doe het nodige om je voetpad gladvrij te houden.
Foto © Gunter Baert