Artikel 1
Het recht op inspraak en participatie van kinderen is één van de sleutelbegrippen van het Kinderrechtenverdrag van 20 november 1989. Het erkent kinderen als volwaardige burgers die op een actieve wijze aan de samenleving moeten kunnen deelnemen.
Net zoals iedereen hebben kinderen het vermogen om een eigen en unieke betekenis te geven aan de dingen en de mensen om zich heen. Zij hebben dan ook het recht dat met hun inzichten rekening zou gehouden worden.
De kinderen worden via de kindergemeenteraad niet alleen daadwerkelijk bij het beleid betrokken, ze krijgen ook uitdrukkelijk de kans om al doende de nodige vaardigheden te leren van een democratisch beslissingsproces.
Artikel 2
In de Kindergemeenteraad zetelen in totaal maximum vijftien kinderen uit het vierde en vijfde
leerjaar. Daarbij wordt er gestreefd naar een gelijke afspiegeling qua gender en afkomst uit de
verschillende deelgemeenten. Iedere lagere school op het grondgebied van Stekene stuurt één
afgevaardigde. De scholen verkiezen zelf de afgevaardigde leerlingen. De andere plaatsen
worden opgevuld door kinderen die zich via externe werving kandidaat kunnen stellen.
Artikel 3
De kinderen zetelen voor een periode van maximum twee jaar. Voor kinderen, uit de externe
werving, worden er om de twee jaar verkiezingen georganiseerd.
Artikel 4
Leden van het College van Burgemeester en Schepen zijn steeds vrijblijvend welkom op de vergaderingen. Verder zijn ook personeelsleden van gemeentelijke diensten welkom afhankelijk van de relevantie voor het behandelde thema. Een afgevaardigde van de jeugdraad mag steeds aanwezig zijn als waarnemend deelnemer.
Artikel 5
De Kindergemeenteraad zal op regelmatige tijdstippen (minimum vier keer per jaar) vergaderen.
Dit in de Raadszaal van het Gemeentehuis, maar hier kan om organisatorische redenen van
afgeweken worden. De eerste vergadering van het jaar is een installatievergadering waar de
kinderen de kindereed afleggen.
Artikel 6
Op de installatievergadering wordt er een kinderburgemeester verkozen. Deze persoon bereidt samen met de jeugddienst vergaderingen voor, leidt de vergaderingen en zorgt voor orde in de vergadering en kan op vraag van het College van Burgemeester en Schepenen aanwezig zijn op plechtigheden.
Artikel 7
De agenda van de Kindergemeenteraad wordt samengesteld door de kinderraadsleden in samenwerking met de jeugddienst. Mogelijke agendapunten dienen minstens 20 dagen voor de vergadering ingediend te worden bij de jeugddienst. De agenda naar alle leden van de kinderraad, de scholen en de leden van de jeugdraad wordt verstuurd uiterlijk 14 dagen voor de vergadering. Wanneer de agenda dit vereist, kunnen er ook externen worden uitgenodigd. Alle themas binnen de gemeentelijke bevoegdheid en die kinderen aanbelangen, kunnen aan bod komen.
Artikel 8
Bij een stemming is het voorstel aanvaard wanneer de meerderheid, zijnde de helft plus één van de aanwezigen akkoord stemt met het voorstel.
Artikel 9
Van elke zitting wordt een verslag opgemaakt door de aanwezige medewerker van de jeugddienst. Dit verslag wordt naar de kinderen, de scholen en de leden van de jeugdraad gemaild. De input wordt daarnaast ook voorgelegd aan het College van Burgemeester en Schepenen. De haalbaarheid van de ideeën wordt steeds in overweging genomen.
Artikel 10
In het meerjarenplan wordt een budget voorzien voor de werking van de Kindergemeenteraad.